zaterdag 7 december 2019

Van der Schouw


In januari 1868 opende J. van der Schouw een boek- en kunsthandel aan de Breedstraat Wijk IV, nr. 229, bij de Korenbrugsteeg in Leiden (vanaf 1870 Breestraat nr. 110). Voor zijn leesbibliotheek-afdeling had hij een reglement opgesteld waar de klanten zich aan dienden te houden, dat bestond uit 10 artikelen. Artikel 8 luidde: “De werken die men schendt, verscheurt of verliest, is men verplicht tegen den verkoopprijs te vergoeden”.

Van der Schouw was een “kleine concurrent” van boekhandel Van der Hoek, die vlakbij hem  aan de Breestraat zat. Zoals veel boekhandelaren in de 19e eeuw had hij ook een advertentiebureau.

In 1885 wordt J.W. Wierda zijn compagnon en de zaak heet vanaf dat moment Van der Schouw & Wierda. Dat beviel kennelijk niet, want al in 1886 wordt alleen vermeld J.W. Wierda, met daaronder nog wel J. van der Schouw. In 1890 is de naam Van der Schouw verdwenen. Over Wierda later meer in deze serie. In dat zelfde jaar (1890) duikt Van der Schouw op in Den Haag als uitgever van Haagse stadsgidsen. In Leiden had hij al ervaring als uitgever opgedaan, want in 1880 gaf hij bijvoorbeeld het “interessante” proefschrift uit van Victor Albert van den Bossche, getiteld: Iets over bevrachting met stukgoederen”.

Het bovenste etiket stamt uit 1870.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Hagen

In 1984 opende Reiny Hagen (R. Hagen-Vinke) haar antiquariaat op de Herenstraat nr. 39 in Amsterdam. Haar man, Bert Hagen, had vanaf 1972 ee...