August Julius Otto Thiele (roepnaam Otto)(1867-1948) startte
in 1894 een “Deutsche Leihbücherei” in de Zoutsteeg nr. 1 in Amsterdam, later in de Rosmarijnsteeg nr. 6, maar in 1905 verhuisde hij de
zaak naar de Papestraat nr. 8 in Den Haag. Binnen Den Haag verhuisde hij diverse
keren: in 1906 naar de Oude Molstraat nr. 17, in 1911 naar de Riemerstraat nr.
56, in de jaren ’20 naar de Faber van Riemsdijkstraat nr. 51 en vandaar in 1934
naar de Denneweg nr. 118. De duitse leesbibliotheek omvatte ca. 14.000 banden.
Midden jaren ’30 werd de leesbibliotheek uitgebreid met een echte
boekhandel. Otto Thiele was lid van de NSDAP. Eén van zijn beide in
Nederland geboren zoons, Gustav Otto Andreas (roepnaam eveneens Otto) was in de
oorlog ook werkzaam in de zaak. Voor zijn jongste zoon vraagt Thiele bij de
Duitse autoriteiten vrijstelling van de Wehrmacht aan, omdat hij op zijn
gevorderde leeftijd de zaak niet alleen aan kon. Na de bevrijding werden de
bezittingen van de Thiele’s als vijandelijk vermogen beschouwd. De Haagse
boekhandelaar J. van der Honing, eigenaar van boekhandel B. Feenstra, die in de
oorlog had moeten onderduiken i.v.m. zijn hulp aan Joodse landgenoten, verkreeg
het recht om de boedel van de foute boekhandel van de Thiele’s te liquideren, waarna hij zijn eigen zaak,
nog altijd onder de naam “Boekhandel B. Feenstra”, op het adres Denneweg 118 voortzette. Otto Thiele
Jr. ging later in een boekhandel in Emden werken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten