zondag 17 november 2024

Muller

Frederik Muller (1817-1881) kan beschouwd worden als de belangrijkste Nederlandse antiquaar/veilinghouder van de 19e eeuw. Op 17-jarige leeftijd ging hij in de leer bij zijn oom, Johannes Müller (nog met umlaut) die een Duitse importboekhandel had in het Bibliophilium op de Kalverstraat nr. 10 in Amsterdam. Vervolgens ging hij in 1840 werken bij de antiquaar/veilinghouder Jacob Radink, waar hij zich vooral bezig hield met de samenstelling van catalogi. In december 1842 begon Muller voor zichzelf, eerst vanuit zijn ouderlijk huis op de Heerengracht nr. 186, maar enkele maanden later verhuisde hij naar een kelder aan het Rokin nr. 143, bij de Wijde Kapelsteeg (ook bij de Duifjessteeg). In 1846 verplaatste hij zijn zaak naar de Pijpenmarkt nr. 30. Tot 1847 organiseerde Muller zijn veilingen nog samen met Jacob Radink. In de loop van de eeuw zouden er een enorm aantal catalogi van Frederik Muller verschijnen. In mei 1849 betrekt hij het pand De Vogel Struys, Heerengracht nr. 329, bij de Oude Spiegelstraat, waar het bedrijf tot 1880 zou verblijven (het blauwe etiket uit 1850 vermeldt overigens Heerengracht , bij de Oude Spiegelstraat nr. 148; het gaat hier alleen om de boekhandel). Muller organiseerde meer dan 170 veilingen en was daarnaast een bevlogen bibliograaf. Tussen 1858 en 1861 stelde hij bijvoorbeeld het werk de “Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten” in 3 delen samen. Frederik Muller trad ook op als uitgever. Zo gaf hij het vervolgwerk “De navorscher : een middel tot gedachtenwisseling en letterkundig verkeer tusschen allen , die iets weten, iets te vragen hebben en of iets kunnen oplossen” uit. In januari 1876 gaat Muller een compagnonschap aan met Frederik Adama van Scheltema. Vanaf dat moment luidt de firmanaam “Frederik Muller & Co.” In 1880 verhuisde het bedrijf naar de Nieuwe Doelenstraat nr. 10, waar het veilinghuis tot de liquidatie in 1963 gevestigd bleef. Na het overlijden van Frederik Muller in 1881 werd Adama van Scheltema enige eigenaar. In oktober 1885 trad Anton W. M. Mensing in dienst van de firma en in 1892 werd hij mede-vennoot. Adama van Scheltema overleed in 1899. Anton Mensing liet in 1905 een imposante veilingzaal bouwen op de Nieuwe Doelenstraat nr. 16-18. Tussen 1911 en 1914 was Frits Lugt deelgenoot in de firma. Mensing stapte in deze jaren over van boek- naar kunstveilingen. Diverse leden van de familie Mensing werden in het bedrijf werkzaam. Na het overlijden van Anton Mensing in 1936 werd de leiding overgenomen door zijn zoon Bernard Mensing. In 1960 vond de laatste veiling plaats (de collectie van Willem J. R. Dreesmann, de eigenaar van V&D). Daarna werd de zaak na meer dan 115 jaar opgeheven. Het belang van Frederik Muller voor het boekenvak werd nog eens onderstreept toen de opleiding voor bibliotheek, boekhandel en uitgeverij in Amsterdam de naam Frederik Muller Academie kreeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Siestrop

Jan Harmen Hendrik Siestrop (1874-1946) was aan het eind van de 19e eeuw twee jaar actief als verpleger voor het Rode Kruis tijdens de Boere...